Het energieke paardje
door Elise Verheul, Integratief Kindertherapeut
In mijn praktijk voor Integratieve Kindertherapie heb ik regelmatig te maken met kinderen die van nature over een grote hoeveelheid energie beschikken. Voor de omgeving kan dit heel lastig en vermoeiend zijn. Als een kind veelvuldig negatieve oordelen te verduren krijgt, zal het energieke deel onder druk komen te staan.
Net als bij een bal die onder water gedrukt wordt, komen onderdrukte innerlijke delen met extra kracht (elders) boven water, veelal met uitingen van frustratie. Dit was ook het geval met M, een energiek meisje van zeven jaar, die aangemeld werd voor Integratieve kindertherapie i.v.m. haar veelvuldige driftbuien.
Integratieve Kindertherapie
Als integratief kindertherapeut werk ik met kinderen (en hun ouders) die om allerlei redenen niet lekker in hun vel zitten. Een kind weet (onbewust) vaak heel goed wat er nodig is. In de therapie wordt deze bron van innerlijke wijsheid aangesproken en krijgt het kind de mogelijkheid om zijn of haar problemen op een eigen, unieke wijze op te lossen.
Een geheel van afzonderlijke delen
Je zou de psyche van de mens op kunnen vatten als een geheel van afzonderlijke ‘delen’, die in bepaalde verhoudingen tot elkaar staan. In de therapie werk ik veel met deze delen, die door kinderen vaak als vanzelf geprojecteerd worden in spel. Onderstaande beschrijving illustreert hoe een ‘thuisloos’ energiek deel weer onderdak vindt in het innerlijke huis van het kind.
Het energieke paardje
Als de zevenjarige M de ruimte binnenkomt, wordt haar oog meteen getrokken naar een zwart plastic paardje. Ze laat het paardje briesend galopperen, steigeren en kunstjes doen. Ze vertelt me dat het dier geen thuis heeft.
Ik krijg de rol van koningin toebedeeld, die in een kasteel woont. Het paardje trapt met zijn achterbenen tegen de kasteelmuren aan, waardoor er een gat in de muur ontstaat.
M komt bij het kasteel liggen en luistert aandachtig als ik mijn verbaasde koningin hardop laat nadenken over het gedrag van het paardje. M vult aan: “Misschien weet het gewoon niet eens dat er een poort zit…”
Vervolgens probeer ik met het paardje te spreken: “Paardje, paardje, ik wil even met je praten. Stop! Ik zal je geen kwaad doen. Hier zit gewoon een poort, daar kun je door naar binnen.” Maar het paardje is al weg gegaloppeerd en heeft zich verstopt.
Ik vraag aan M of het paardje vrienden heeft. M schudt haar hoofd en zegt dat het paardje heel eenzaam is. Mijn koningin zegt: “Ik wil hem eigenlijk uitnodigen of hij op het kasteel willen komen spelen, maar tja… als ik hem niet kan vinden…”.
De koningin gaat op zoek naar het paardje. M kijkt nieuwsgierig toe. Ze herinnert me eraan dat er een helikopter is die alles kan overzien, waarop ze vervolgens zelf de helikopter ter hand neemt en het toestel een licht laat schijnen over het hele land. De helikopter weet de geheime verblijfplaats te vinden. Het is een geheime hut, met een geheime deur en een dichtgetimmerd dak, beschermd door een stevig hek met de grootste, gevaarlijkste beer van de wereld als bewaker. De poten van de beer zitten met veel kettingen vast aan het hek.
Ik neem plaats voor de grote beer, en zeg dat ik de beer er verdrietig en eenzaam vindt uitzien. M kijkt me heel diep aan, in stilte, ze zucht eens diep en ze maakt de ketting van de beer los.
Ik druk op en geïmproviseerde bel: “Tring tring. Is daar iemand?” Het blijft stil. M verzekert me dat het paardje er wel is, maar dat hij niet wil komen. Na nog een stilte, bel ik nogmaals aan, en zeg: “Tring Tring, je hoeft niet open te doen. Jullie doen alsof jullie mij niet horen, maar ik weet dat je me horen kunt. Ik sta voor de poort. Ik ben de koningin van het kasteel. Ik wil je uitnodigen voor een feest op het kasteel, daar is heel veel lekker eten.” Het paardje steekt zijn hoofd naar buiten, en roept: “Nee!”
Ik benoem de kwaliteiten van het dier: “Wat ben je toch een mooi paardje, en wat heb je een ontzettend goede bewaking!” M vult aan, door te vertellen dat ze nóg meer beveiligde hekken heeft. Ik vraag haar hoe het nou is, om te leven achter zoveel beveiliging en zo alert te moeten zijn dat er niemand binnenkomt… Ze antwoord nog: “Het is leuk, want ik haat vreemden!” , maar non-verbaal is het duidelijk dat ze zich gezien voelt in haar eenzaamheid en haar aandacht is gewekt. Na een stilte neemt de koningin afscheid: “Ik ga weer terug naar het kasteel. Jullie zijn morgen van harte welkom op het feest. Dooeeeeeg!”
Feest!
Terug op het kasteel bereid ik het feest voor. M helpt me mee bij de inrichting van het terrein, zodat het paardje het er naar zijn zin zal hebben. We maken een springbaan en een dressuurhoek, zodat het zijn kunsten kan laten zien. M kan haast niet wachten tot het feest begint!
Het paardje komt al snel tevoorschijn en springt haar hoogste sprongen in de springhoek. Het laat zien hoe sterk het is en biedt de koningin zijn hulp aan. Het sleept moeiteloos een grote, zware boomstam weg. Het paardje heeft heel veel energie, en is haast nooit moe. Dat is superhandig!
Het paardje wil heel graag bij het kasteel komen wonen. M maakt voor het paardje een ruim terrein met een modderplek en een grasveld, helemaal voor zichzelf, waar het kan doen wat hij het allerliefst doet, nl. springen en kunsten doen. Er is een tribune bij, want het wil graag gezien worden. Als ik vraag of er iets is waar het paardje een hekel aan heeft, klinkt er uit M’s mond een volmondig: “Ja! Ik heb een hekel aan dingen kapot trappen, dat deed ik vroeger.” We wisselen uit over het verschil tussen toen en nu. M zegt blij: “Nu hebben we veel meer klusjes!”
Gezien, gehoord, erkend
Deze sessie heeft deel uitgemaakt van een therapieserie van in totaal 15 sessies met het kind en 4 sessies met de ouders. M heeft weer het plezier teruggevonden in haar energieke zijn. Haar ouders hebben oog gekregen voor haar behoeften, waardoor M zich door hen gezien, gehoord en erkend kan voelen en ze het niet meer nodig heeft om haar frustratie via heftige driftbuien tot uitbarsting te laten komen.
Net zoals bij M het geval is, zijn veel hulpvragen in meer of mindere mate terug te voeren tot de (onbewuste) overtuiging: ‘Ik mag niet zijn zoals ik ben’. Het gebrek aan eigenliefde is een collectieve pijn, waaruit vele frustraties volgen. Alle mensen, groot en klein, hebben behoefte om zich gezien, gehoord en erkend te voelen, zodat ze kunnen ervaren: ik mag zijn zoals ik ben. Ik heb recht van bestaan. Er is ruimte voor mij. Er is plek voor mij. Ik doe er toe!